2017 verhalen

Op deze pagina vind je een selectie van verhaaltjes uit 2017.

Ze zei (geen) meneer tegen me!

De jeugdwedstrijden zijn in volle gang als ik het parcours van de Maple Leaf cross bewandel. Over het algemeen liggen de bospaden er stevig bij. Daar waar het wat drassig is kies ik voor straks een linker- of een rechterkant. Op één plek betekent een kant kiezen langzaam lopen door de bossages die verhinderen dat je rechtop door kunt lopen. Daar lijkt dwars door de modder me een betere strategie.

 

Aan het eind van het pad langs het vennetje ligt de eerste heuvel. Die wil ik op snelheid uitproberen. Twee jaar terug kwam ik hier met snelle kleine passen goed boven. Ook nu knal ik naar boven. Bovenaan staan twee vrijwilligers ter bewaking van parcours en deelnemers. Dames van middelbare leeftijd denk ik, zeg maar mijn leeftijd plus vijftien. "Doet u wel voorzichtig, meneer?" Als ik antwoord de heuvel toch een keer te moeten proberen krijg ik als weerwoord dat ik ook om de heuvel heen kan door iets verder door te lopen en daar rechtsaf te slaan. Ik wandel alweer verder richting afdaling als ik me realiseer dat deze dames weleens zouden kunnen denken dat ik als toeschouwer naar de wedstrijden kom kijken. Toch niet naar m'n kleinkinderen hoop ik dan maar. "Meneer"? "Jongen!" zullen ze bedoelen!

 

In de eerste kilometer na de start vier ik een klein feestje. Na tweehonderd meter maak ik mijn negenduizendste kilometer vol sinds ik gestart ben met hardlopen. Dat wat ik vroeger, toen ik hardlopen nog afschuwelijk vond,  gelopen heb, niet meegerekend. Deze tweehonderd meter loop ik in het kielzog van een groepje geelhemden van de organiserende vereniging dat zich in het startvak er nog voor gewurmd heeft. Over het veld, door de zandbak, en langs het vennetje nemen ze wat afstand. Maar op de heuvel maak ik dat snel goed, en slalommend passeer ik het hele groepje.

 

Bovenop de heuvel weet ik dat ik meteen m'n herstel moet pakken. De afdaling is snel, maar door de boomwortels en terrasjes ook lastig. En hij wordt meteen gevolgd door een tweede beklimming, waar ik een stuk lastiger bovenkom als ik niet even wat gas terugneem. In de afzink komen de geelhemden dan ook terug voorbij. 

Aan het eind van het lange rechte stuk ligt een technisch lastig stukje. Een haarspeldbocht op een oneffen en verende ondergrond van dennennaalden. Op snelheid zal ik 'm niet één keer weten te nemen. En na dit bochtje ligt die ene strook met modder en een flinke plas in een karrenspoor in het midden. De geelhemden kiezen hier de linkerkant. Ik ga voor het midden en verleng m'n passen. Eén keer links, rechts, links, rechts, en de volgende linkerpas is weer half op vaste grond. Het modderwater spat hoog op. "Nu zit ik helemaal onder de modder door die vent" roept gele Marjolein naar haar maatje die mij nog niet langszij verwacht had waardoor we allebei moeten corrigeren. "Vent? Vent?" "Meneer" zul je bedoelen Marjolein! De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Marjolein verder geen last van me zal hebben omdat haar rug bij de volgende ronde al ergens in de verte is verdwenen.

 

Het lukt om beide hellinkjes en de modderstrook allevier de ronden op snelheid te blijven nemen, zonder struikel- of glijpartijen. De cross is verder redelijk uneventfull. Aan het eind nog een paar spetters regen, maar verder een prachtige middag voor de 70e editie van deze cross die ooit in het leven werd geroepen ter ere van de Canadese bevrijders.

 

Met in deze jubileumeditie een trio Amstelhof-deelnemers. Graciela en Gertie zijn afgereisd om de uitdaging aan te gaan. Graciela bewijst ook snel te zijn met twee gelijke kousen. En ook Gertie laat dezelfde snelle rondetijd zien. Een rondje van 2,5 kilometer duurt amper langer dan het opspelden van het startnummer. 

 

En ook aan mijn rondetijden dragen beide clubgenoten bij. Ik dreig net achter een geel hemd verscholen te gaan, als ik Graciela gehurkt met de telefoon in de aanslag zie zitten. Op slag zijn de passen verlengd, en is er weer wat duidelijker sprake van een zweefmoment. Met als resultaat een leuke actiefoto voor het jaarboek.

 

De Maple Leaf  is opnieuw voor herhaling vatbaar. De vraag is of dat nog op dit parcours zal kunnen. Al een aantal jaren dreigen de oprukkende bouwwerkzaamheden de organisatie naar een nieuw parcours te dwingen. We zullen het zien. Voor hetzelfde geld blijft dit het parcours tot ik echt een meneer ben. 

 


meer lezen 0 Berichten

Uniform

 Ik heb wel iets met uniformen, zeker in de sport. Ik vind het wel een fraai gezicht zo'n complete wielerploeg als soepel draaiende eenheid op kop van een peloton. Een volle Kuip met duizenden shirts die de verbondenheid met die elf op het veld uitschreeuwen. Tachtig dezelfde oranje shirts bij de start van de Damloop. Wij lijken op elkaar, we gaan voor hetzelfde doel, je kunt op mijn steun rekenen zelfs al ken ik je amper.

Je shirt is onderweg je voucher voor gratis en onbeperkte steun. Een compliment als je voorbij flitst, een aanmoediging als ik voorbij schuif. Water of een gelletje als de uitputting nadert, een snelle blik naar het EHBO-team dat voorover gebogen aan het werk is om zeker te zijn dat het om een vreemd shirt gaat. Ongemerkt kom je me, in beide richtingen, niet voorbij.

Verbazing dan ook als twee ploeggenoten, net na de finish in Zaandam, vragen of ik weet wie van ons gereanimeerd werd. Nu klopte dat laatste sowieso niet, maar men was er zeker van dat in de laatste bocht één van onze shirts behandeld werd. Juist omdat ik altijd de kleur van het shirt in zo'n geval check kon ik me er niks bij voorstellen. Niemand gezien in die laatste bocht, en als men zo zeker was, dan was men toch wel even gestopt om te kijken wie dan in dat shirt zat.

Ruim drie kwartier later, juist als de "na-de-wedstrijd" routine plaats maakt voor een drankje in de businesstent, komt de tweede call. Er is nog één loper onderweg. Volgens de Damloop-app al een hele tijd bezig aan die laatste kilometer. Zou het dan toch?

 

 Vanaf dat moment volgt een rondgang langs ehbo- en organisatiepunten om de collega te localiseren. Eens de goede persoon van de organisatie aangesproken hebben we het spoor te pakken. Dat startnummer is bekend bij "vermiste personen". Daar naartoe, en de naam van het ziekenhuis komt tevoorschijn. Database eigen bedrijf geeft geen noodnummer. Database Damloop wel. Tas opgehaald, ziekenhuis gebeld. Ziekenhuis nog een keer gebeld. "Iedereen die is binnengebracht is aanspreekbaar en stabiel." Gelukkig, en ook de bevestiging dat familie is ingelicht. Eigen spullen gehaald en op naar het ziekenhuis. Op de speciale Damloop-zaal de oververhitte collega getroffen, en daarmee einde code oranje. 

In totaal is er ongeveer anderhalf uur verstreken voor we iets wisten over de omstandigheden en we een noodnummer hadden dat we konden bellen. Dat kunnen negentig lange minuten zijn. Sowieso langer dan 10 engelse mijlen, maar de andere kant van het noodnummerlijntje heeft daarna ook nog tijd nodig om te bewegen. 

Goede reminder voor een simpele spelregel. Vul de achterkant van je startnummer in! Sinds mijn voorbedrukte stickertjes op zijn, vergeet ik het nog wel eens, al heb ik aan de schoenveters tegenwoordig een handige QR-code.

 

En misschien nog een andere spelregel. Als je tijdens het lopen naar je borst en buik kijkt, en je ziet een logo, kleur en lettertjes zoals op dat shirt dat daar op de stoep, straat of brancard ligt of zit, … stop even, kijk even wie het is, en vraag of je wat kunt doen. Wat mij betreft één toegestane uitzondering; je bent op weg naar een olympische medaille!

 


meer lezen 0 Berichten

Trailloop Zuid-Kennemerland

 

Iets na de afgesproken starttijd van half tien zijn we daadwerkelijk op weg in de tweede Amstelhof trailrun. Geen punt natuurlijk, het geeft de witte albino huisjesslak zo'n negen minuten voorsprong in onze Challenge. Zij steekt het drie-meter brede pad over, wij rennen 17,3 kilometer door het nationaal park Zuid-Kennemerland. Als we na 15 kilometer de slak ontmoeten is ze zo'n dertig centimeter op het pad gevorderd. Bezorgd als ze is voor een vreselijk ongeval plaatst Graciela de slak zorgzaam in de berm. Hilariteit alom als we haar erop wijzen dat de slak hiermee uren terug geworpen wordt in het doel dat zij zich vanochtend wellicht had gesteld. Graciela is de beroerdste niet, pikt de slak opnieuw op en plaatst haar aan de overzijde van het pad. Die haalt de avond in ieder geval, al zal ze veel te vroeg op haar afspraak zijn.

 

Zorg is er ook heel even als Annemarie de bocht doorkomt zónder Ronald. Gevallen? Gelukkig kan de verbandtas straks ongebruikt de auto terug in. Ronald is niet onderuit gegaan, maar heeft ontdekt wie verantwoordelijk is voor die grote bruinkleurige pakketten. Geen paarden, maar Schotse Hooglanders. We formeren ons voor een fraai plaatje, maar de Schotse dame wil uiteindelijk niet meewerken aan de ideale compositie. Ton liggend op de voorgrond, dan de dame en de rest er staand achter. Was een fraai plaatje geworden, maar soms ben je net niet snel genoeg. 

 

Als we de damherten van de verkenning meerekenen dan komen we met de Hooglanders en de slak tot drie van de Grote Vijf in Zuid-Kennemerland. Nachtegaal niet gehoord, maar die schijnt er volgens de site toch echt te zitten. 

 

De trail zelf is wat je je voorstelt bij een trail. Smalle slingerende paadjes, bosgrond, zand, en vooral veel hoogteverschillen. Vanaf de eerste meters kunnen we aan de bak. Al zou dat kunnen komen omdat we niet bij het gepubliceerde nulpunt starten maar over een hek vlakbij de parking klauteren en daar de strijd starten. Het parcours slingert zich in dit eerste deel tussen de bomen door, en gaat flink omhoog en omlaag. In dit gedeelte zaak om geen grote gaten te laten vallen, want je voorganger is snel uit beeld en de aansluiting zomaar verloren. We zijn met acht gestart, en daar willen we ook mee binnenkomen. Eigenlijk gek, beargumenteert Robert. Als je met 80% binnenkomt dan doe je het toch eigenlijk hartstikke goed? Op school zijn ze dan heel erg blij met je. Te oordelen aan het tempo waarin we na afloop op het terras de fooi op de rekening weten te berekenen, moet het wiskunde-cijfer bij de meesten van ons lager dan die 80% geweest zijn. 

 

Dat terras hoort bij de prille traditie van de Amstelhof trailrun. Net als de sinaasappelpartjes die Robert in z'n rugzak meedraagt, en steeds opvallend vroeg tijdens de loop aanbiedt om een deel van het gewicht maar weer kwijt te zijn. Bij het terras hoort koffie in verschillende vormen en appelgebak. De entourage was op het terras voor het kasteel Duin & Kruidberg schitterend.  Het appelgebak paste zeker vier keer in één van de Naardermeer-stukken van vorig jaar, maar toen voelden we ons ook eigenlijk verplicht om nog een tweede ronde te lopen en de verse calorieën meteen te verbranden.

 

De trailrun Zuid-Kennemerland is ongetwijfeld een blijvertje. Hier komen we nog een keer. De eerstvolgende trailrun is echter ook al benoemd. Ronald gaat ons meenemen naar de Amsterdamse Waterleidingsduinen. Eenieder eerst op vakantie!

 


meer lezen 0 Berichten

Stoomtramloop Medemblik-Hoorn

De Stoomtramloop is zo'n 14 jaar geleden eigenlijk toevallig ontstaan. Collega's van de plaatselijke Gamma uit Hoorn hadden voor hun jaarlijkse uitje gekozen voor een dagje Medemblik per stoomtram. Bij het instappen was het gezelschap vol bewondering voor de techniek van de stoomlocs, en tevreden vonden ze een plekje in de luxe tweede klas. Kussens op de banken in plaats van de harde houten banken uit derde klas.

Zo'n tien minuten na vertrek, net voorbij het bordje "einde bebouwde kom" was de nieuwigheid van de ouwigheid eraf en begon het schatten hoe ver Medemblik dan wel zou zijn. Een uur glunderde de voorman van de groep. En warempel, om de haverklap werd halt gehouden en de kilometers op de wegwijzers die voorbijschoven telden slechts langzaam terug. De ongeduldigen, en luidruchtigsten, van de groep hadden het wel gezien. "Weet je wat!? Ik loop vanavond wel terug! Ben ik nog sneller ook denk ik!" De Stoomtramloop was geboren. Tot aan de huidige editie heeft echter nog niemand de strijd met loc nummer 5 gewonnen. Wat natuurlijk ook een kwestie van kwaliteit van de deelnemende lopers is. 

Dit jaar had Amstelhof een blik opengetrokken met maar liefst 21 lopers. Om de uitslag meteen te verklappen; ook dit jaar won het blauwe locje. Maar de deelname uit De Kwakel bleef niet onopgemerkt. Van de snelle Robin die het podium haalde tot aan de ereboog die op de atletiekbaan voor Jannie werd gevormd; Amstelhof was er en streed zichtbaar mee. 

In tegenstelling tot de oorspronkelijke groep van Gamma kon Amstelhof de rit in de boemel wel waarderen. Een oase van rust, vooral voor het deel van de groep dat vol stress de rit naar Hoorn had moeten haasten om de stoomfluit van het vertrek nog mee te maken. Naar verluidt ontbraken A5, A9, én A10 in de versie van Willems navigatie-systeem. 

Aan boord uitgebreid tijd om bij te praten en wat meer te bespreken dan alleen de doeltijd en drankstrategie. Zelfs nog tijd voor een bak koffie of meer, al zégt Robert alleen z'n bidon te vullen met Hertogh Jan. Toch te vroeg op de dag.

In Medemblik de fietsen van de begeleiders afladen, met z'n alleen in de rij voor de Dixies, en verzamelen naast loc nummer 5, de trotse "Enkhuizen". Voor het jongetje in de auteur, of misschien de ingenieur, komt dan het mooiste van de Stoomtramloop. Geen startschot, maar een paar ferme lange uithalen van de stoomfluit. En weg zijn we.

 

 

 

De start valt ongeveer tegelijk met die van een buitje. Dat bovendien iets meer blijkt dan een miezerbuitje. Om te lopen helemaal niet erg. Voldoende zuurstof en welkome koeling. De fietsers hebben het er vast moeilijker mee. Te langzaam fietsend om warm te blijven, en te weinig regen voor een regenbroek. Dat meefietsen zou vaker moeten gebeuren. Het geeft de loper afleiding, een tussenstandje van de posities in de wedstrijd, en fotomateriaal voor een fraai sfeerverslag door Willem. 

De stoomfluit mag dan mooi zijn, het fraaiste aan de loop is natuurlijk toch het parcours. Dorpjes met plaatsnamen die ik alleen dankzij deze loop op de landkaart (ongeveer) weet te plaatsen. Opperdoes, Nibbixwoud en Twisk; die hadden toch ook door Maarten Toonder bedacht kunnen zijn. (Voor de lopers die nog niet aan de categorie 40+ toe zijn; die van Olie B. Bommel.)

De eerste 16 kilometer gaan redelijk soepeltjes. Daarna wordt het iets meer bikkelen. Ik ben blij de wegwerkzaamheden te passeren, want vorig jaar leert dat de finish dan in de buurt komt. Die werkzaamheden duren hier wel heel erg lang, want in een jaar tijd zie ik eigenlijk geen verschil. Het bordje spreekt nog steeds over een maximale wachttijd van vijf minuten voor fietsers. 

Dat lijkt niet veel, vijf minuten. Maar op een halve marathon is het een wereld van verschil. Rob, Ton en Angelique presteren het vandaag. Ze lopen vijf minuten van hun beste tijd ooit op deze afstand. Ook Wendy kan in de boeken vier minuten minder laten noteren. Graciela spant de kroon door dubbel te gaan, en er liefst tien minuten af te doen! Hoogste tijd om de Amstelhof recordlijst weer eens bij te werken. Gouden tip van Graciela voor een dergelijke tijd: twee verschillende kleuren kousen! 

Zoals de dag begonnen is, zo eindigt deze ook. Als groep. De verzamelplek is op de atletiekbaan in de laatste tien meter. René en de ouders van Angelique regisseren de binnenkomst. Om Robin aan te moedigen sluiten zijn twee vrouwen aan. De beloning voor later binnenkomen wordt steeds groter; de groep die toejuicht ook. Voor Jannie, die haar eerste halve loopt, wordt een erehaag langs twee kanten opgesteld. En nu die er toch staat wordt ook Marijn, een wilde loper uit de omgeving Aalsmeer, onthaald. 

 

In opperbeste stemming verlaat de groep Hoorn. Of de discipline van de colonne met Willem voorop op de terugreis ook gehandhaafd is, vertelt het verhaal (nog) niet. Hij is in ieder geval eerder thuis dan het kleine groepje dat moeite heeft om de auto bij het station terug te vinden.


meer lezen 0 Berichten

Hij doet niets hoor!

"Hij doet niets hoor!" Als je er geld op moet inzetten kies dan voor deze zin. Meeste kans dat je die te horen krijgt als er weer eens een hond naar je toe komt rennen. Als je al wat hoort natuurlijk, want veel hondenbezitters lijken overtuigd dat het bos-, wandel- of fietspad er primair voor hun allerliefste viervoeter is. Heel soms komt er een "sorry" uit als je uit moet wijken of in moet houden. Ronduit lachwekkend zijn de toneelstukjes waarbij de hond na het feit streng wordt toegesproken. Je ziet die hond denken "wat doet zij nou, dat doet ze anders nooit!".

 

Gister was het weer zover. Tijdens de eerste Heuvelchallenge Battle in het Amsterdamse bos. Een leuke nieuwe uitdaging waarbij lopers van vier verschillende verenigingen een individuele tijd neerzetten op het parcours op en over de Heuvel. Naast zo'n 22 deelnemers en een aantal trainingsgroepjes bevolken de nodige loslopende honden het bos op deze vroege zaterdagochtend. De meesten gedragen zich voorspelbaar en zijn te omzeilen.

 

Aan het begin van de vijfde beklimming is dat omzeilen niet triviaal. Stilstaande kinderwagen midden op het pad. Zo'n vier honden in verschillende maten eromheen rennend, en 

 

 

 

evenzovele volwassenen, ook bewegend, maar waarvan niet duidelijk is of ze nou tikkertje spelen met de honden of toch met het menselijke klein grut dat hier ook doorheen dwarrelt.

 

Ik kies om links van de kinderwagen, nee toch rechts want pa keert. Dan toch links want de dikste en de kleinste van de honden springen aan de rechterkant. Iedereen heeft erg veel schik, want er volop gelachen. Misschien ben ik ook wel te veroordelend. Hoe kunnen die mensen nou weten dat het best vervelend is, en spannend van die springende schatjes aan je voeten. Dat je je voet kunt breken door je te verstappen op iets dat amper een centimeter hoog is, had ik ook niet bedacht voor het me overkwam.

 

Ik ben helemaal niet te streng! Twee minuten vóór mijn passage is René van AKU uit Uithoorn hier ook gepasseerd, en hard gevallen door een botsing met één van die lieverdjes. Beide knieën open, hand kapot, en een flinke baal.

 

Ongelofelijk toch dat zelfs na zo'n voorval de kinderwagen blijft staan waar ie staat, de honden blijven dartelen en het schaterlachen aanhoudt. Owee, als één van die lieverdjes een teek oploopt. Dan volgt een brief aan de gemeente om maatregelen te nemen. Daar betalen we tenslotte hondenbelasting voor. Te weinig zeg ik! Ze moeten het huidige bedrag per poot innen!


meer lezen 0 Berichten

Onbegrijpelijke misser op zondagmiddag

Ik ben er een paar dagen goed ziek van geweest. Het liep afgelopen zondag een beetje anders dan gedacht. De vlaggen hingen al vroeg uit in het dorp. De sfeer was uitgelaten, en ik begon er vol goede moed aan. Op naar een nieuw record in de Geinloop. Het zijn er 15 en geen twintig, en al helemaal geen drie sterren, maar het is al lang geleden en ik ga er blij mee zijn. 

 

De voorbereiding was niet anders dan anders. Gewoon gedaan wat we het hele seizoen al doen. Al voelt het in de warming up meteen wat vreemd hier op het kunstgras van dit kleine sportpark. Maar na het beginsignaal zijn we op weg naar victorie. Niet meteen knallend uit de startblokken, maar de eerste helft geeft zeker nog geen reden tot paniek.

 

 

 

In de tweede helft gaat het dan plots wel mis. Kort na elkaar lever ik tot tweemaal toe in, en daarna is het volhouden en aanklampen. Die kerel in dat vreselijke shirt met die rode baan die al de hele tocht achter me loopt komt zelfs dichterbij. Het zal ons toch niet gebeuren dat we vanaf de eerste meter op kop liggen, en het dan toch weer weg gaan geven in de dying moments.

 

Ik dacht het niet. Het kost me veel kracht, maar hij komt er niet meer voorbij. Vandaag niet, en volgende week ook niet. Vandaag wordt het niet het persoonlijke record waar ik op had gehoopt, maar volgende week is er nog een kans.  Ook voor m'n kluppie...

 


meer lezen 0 Berichten

Just pop-up in Poort

Dit weekend wordt er hard gewerkt aan de toegangswegen naar Almere. De vaste trainingsgrond, en bijvoorbeeld ook de laatste wedstrijd van het Zorg en Zekerheid circuit waar de Amstelhof collega's aan de start verschijnen, is daarmee erg ver weg komen te liggen. Zeker bereikbaar, maar via Utrecht wel de mijl op zeven.

 

In Poort organiseert Just Run een pop-up run van zo'n 14 kilometer. Mooie gelegenheid om aan te sluiten en te kijken waar het blauwe stoepkrijt van organisator Wim ons vandaag brengt. 

 

In de buurt van de wegwerkzaamheden. Via het steeds fraaier wordende Almere-Duin lopen we naar het deel van de werkzaamheden aan de A6 dat al gereed is. De weg is hier zo breed geworden, dat de twee viaducten zich vandaag als ware windtunnels presenteren. En wind staat er genoeg, al is het zonnetje ook nadrukkelijk aanwezig. Benieuwd hoe lang dat duurt. Het tijdelijke Libelle zomerweek-dorp is op het strand al volop in aanbouw. Ben er nog nooit geweest, maar volgens mij hebben die elk jaar meer herfst- dan zomerweer.

 

Het Zilverstrand is volledig opnieuw ingericht. Eigenlijk niet te zien dat de snelweg hier tientallen meters is opgeschoven. De nieuw aangelegde parking ligt er prachtig bij, te wachten tot het ingezaaide gras voldoende is gegroeid om bezoekers aan te trekken.

 

Langs deze kant is het Kromslootpark ook weer te doorkruisen. Alsof het nooit anders is geweest. De kracht van Almere zit 'm onder andere in het durven veranderen. Ook al duurt het dan weer even voor het groen er enigszins volwassen uitziet.

 

Het zonnetje krijgt steeds meer de overhand, en het wordt een lekkere voorjaarsloop met voldoende tijd om te keuvelen. Over het veranderende Almere, en zelfs nog ter inspiratie voor het werk. Mijn medeloper vandaag is betrokken geweest bij de bouw en opening van het Gelredome. In zijn verhaal zitten een paar welkome tips voor mijn grote project dat nu over minder dan twee jaar opgeleverd gaat worden. Eén van de Arnhemse lessen neem ik zeker mee; die openingsdatum is pas het begin!

 

Al pratend hebben we toch een blauwe pijl gemist. Eigenlijk onmogelijk, want de hele route is perfect aangeduid. Als we het tweetal achter ons ook zien twijfelen krijgen we de bevestiging dat het verstandiger is om te keren. Almere mag dan de hometown zijn, door al dat veranderen is de weg vinden geen vanzelfsprekendheid. Op weg naar de start niet voor niks weer verdwaald in het doolhof dat Poort aan het worden is. 

 

We missen geen pijl meer! Aan de heerlijke koffie dus bij start/finish.

 

 


meer lezen 0 Berichten

Gele ballon in de Halve van de Gaar

Zomaar zin om me eens te testen op een halve marathon. In plaats van een duurloopje ren ik om het kasteel van Haarzuilens, terwijl vrouwlief het kasteel binnen de muren gaat inspecteren. Schitterend parcours ligt ervoor, al liggen de rechte stukken in de polder vol in de wind en is het niet heel erg warm. Toch met korte mouwen gestart om het shirt van de broodheer te kunnen tonen. Met mouwstukken op de eerste drie kilometer de koude periode van de loop prima doorstaan. Daarna eigenlijk een prima temperatuur om te rennen.

 

Mooie wedstrijd voor een experimentje. Na de start zoek ik de gele ballon van de pacer "1:45" op. In het tempo waarin ik normaal gesproken ook start haal ik hem na zo'n vijfhonderd meter in. Vervolgens is het inhouden om aan te sluiten bij de groep die zich achter deze pacer vormt. In de groep heb ik het idee dat ik m'n pas net niet volledig af kan maken. Na wat bochtjes en het omzeilen van een aantal plassen loop ik weer net voor het groepje. Ik zak terug en kom nu naast de pacer te lopen. Volgens mij een prima plek. Echt uit de wind zit ik toch niet in de groep, en ik denk profijt te hebben dat er in ieder geval iemand naast me loopt die het tempo dicteert.

 

We lopen op deze manier prima, al lijkt het of er geregeld iemand op m'n schouders tikt. Als later een wat kleinere man (met een kaal hoofd) mijn positie heeft overgenomen zie ik dat hij van tijd tot tijd bovenop de kruin getikt wordt. Zelfde dader. Ik noem geen naam, maar hij is geel.

 

We lopen een rustig tempo net onder de vijf minuten. Als ik hier bij kan blijven dan kan ik door de latere start dan de pacer onder de 1:45 uitkomen. Ik durf zelfs al na te denken of ik straks bij 19 of pas bij 20 kilometer zal versnellen.

  

Zo ver komt het niet. Na kilometer 13 zak ik op een afstand van misschien tweehonderd meter eerst terug in de al uitgedunde groep en vervolgens waai ik er gewoon compleet af. Eigenlijk zonder voorwaarschuwing, maar aanzetten en bijblijven voelt niet als een optie. Ik kijk het tempo na, en dat lijkt iets de hoogte in te zijn gegaan. Ikzelf loop nu nog 4:52. Eénmaal los van de groep gaat het snel. Ik pak nu zelf alle wind en mag zelf het tempo maken. Onder de vijf minuten lukt nog een tijdje, maar uiteindelijk kom ik rond de 5:10 uit, en daar waar ik nog dacht te zullen versnellen (19-20) zelfs nog even boven de 5:20. Het brengt me terug binnen in 1:46:26. Experiment geslaagd? Niet helemaal. Zolang je bij de haas blijft spaar je ongetwijfeld energie, maar zelfs zo'n kleine versnelling was er teveel aan. Was ik uiteindelijk sneller geweest door vanaf de start m'n eigen tempo te lopen? Waarschijnlijk ook niet. Dan was die gele ballon ongetwijfeld ergens voorbij gesneld, misschien nog wel voor kilometer 13. Nog maar eens opnieuw oefenen.

 

Wel een prachtige loop die halve van de Gaar. Moet dat niet Haar zijn? Zou kunnen, maar dat is mijn stil protest. Juf Marie-Christien was in groep 6 al heel blij met mijn handschrift, en mijn naamgenoot heeft dit voorjaar vier klassiekers gewonnen en er daarmee voor gezorgd dat onze familienaam overal te horen en te lezen was. Hoe krijg je het dan voor elkaar om 'm zo te verhaspelen dat ie eerder Oost-Europees dan Vlaams klinkt? Don't worry, niet het einde van de wereld, en ik kom echt nog wel een keer terug naar de Gaar.


meer lezen

Amstel bos race

Dit weekend wordt in Limburg de Amstel Gold race verreden. Een wielerwedstrijd waarbij met talloze malen draaien en keren steeds dezelfde pittige heuveltjes, langs verschillende kanten bedwongen moeten worden. Als hardlopers hebben we sinds kort ook iets vergelijkbaars in het Amsterdamse bos: de HeuvelChallenge. Een parcours van 7 kilometer lengte waarbij de heuvel in het Amsterdamse bos langs vijf verschillende opgangen aangevallen wordt. Vooralsnog is de route niet uitgepeild. Hoewel de instructie "bovenaan steeds rechts, onderaan steeds links" simpel is, valt het in de praktijk nog niet mee om goed koers te houden. Kwestie van vaker doen. Gelukkig wordt dit rondje, in tegenstelling tot dat van de Amstel, niet elk jaar opnieuw getekend. Onze Cauberg zal steeds de vierde beklimming van de heuvel blijven.

 

In januari viel ik, na twee eerdere verkenningsrondjes, voor de eerste keer de Heuvel aan. Niet in het meest geschikte weekend. Delen van het parcours waren nog glad, en met name daar waar snelheid gemaakt zou moeten worden hield het tractie-probleem me aan de voorzichtige kant. Sindsdien van plan om, na het werk, een nieuwe poging te wagen. Het was er nog niet van gekomen, door werkdruk en door de balans "afzien - later" die gek genoeg steeds hetzelfde doorsloeg.
Pasen brengt wat vrije tijd in de agenda, en op deze Goede vrijdag stelt Ron voor om de heuvel op te gaan lijden. De aanloop van 3 kilometer blijkt van harte welkom om de restanten van de intervaltraining van woensdagavond weg te moffelen. Ook iets te fanatiek meegedaan met de loopscholing, al zal onze bijna-gediplomeerde trainer van dienst daar vermoedelijk anders over denken. "Hoger optillen! En langzamer uitvoeren!"

 

  

We zijn eraan begonnen! De eerste beklimming is lang uitgesmeerd. Als ik halverwege ons tempo zie weet ik dat ik hier spijt van ga krijgen, en ik neem een tandje terug. Zolang ik Ron maar in het zicht houd als geheugensteuntje voor de route. Op de heuvels die volgen blijft het oorspronkelijke gaatje met Ron gelijk, en het lijkt zelfs wat kleiner te worden. Op de vlakke stukken loopt hij vervolgens weer wat verder uit. Echt vlak is het hier overigens bijna nergens. Ik zou het eerder als vals plat beschrijven. Bevreesd in afwachting van de Cauberg houd ik me ook op de afdalingen en tussenliggende stukken in. En nog valt beklimming vier weer tegen. Ik bedenk me dat als we hier niet met z'n 2-en gestart zouden zijn de verleiding om een paar meter te lopen het wel eens gewonnen zou kunnen hebben. Nu kom ik, toch haast in wandeltempo, boven. De afdaling is dringend nodig om de hartslag te laten zakken. Maar als ik voor de laatste keer draai om omhoog te gaan lijkt Ron steeds dichterbij te komen. Misschien houdt hij in om gezamenlijk het laatste stuk te lopen. Net voorbij de top haal ik 'm bij. Ik houd m'n eigen tempo aan, doe geen poging om weg te lopen. Als iemand de hele rit voorop heeft gelopen is het een beetje flauw om er in de laatste kilometer vandoor te gaan. (Dus! Volhouden nu, Feyenoord!)
Na de laatste beklimming volgt nog zo'n irritant stuk vals plat, maar dan zijn we er. Op het laatste rechte stukje perst Ron er nog een sprintje uit. Ik antwoord en merk dat hij nog een versnelling in huis heeft. Nog een tandje bij om er een foto-finish van te maken. Ook deze laatste sprint had ik er alleen nooit uitgekregen. Ongetwijfeld een nuttig rondje. Lekker kan ik het echt niet noemen, maar er staat nu in ieder geval een tijd op de HeuvelChallenge waar ik ook een volgende keer voor zal moeten knokken.

 

 


meer lezen 0 Berichten

Marathon Rotterdam

Het was vandaag warm, te warm misschien wel om lekker een marathon te lopen. Gelukkig hoefde ik zelf maar een kwart van de klassieke afstand. Zelfs dat was, met vijf kilo water op m’n rug, al behoorlijk inspannend.

 

Afgereisd om in het Kralingse bos de Amstelhof deelnemers bij kilometer 32 aan te moedigen en zo nodig te voorzien van water, geldrink of magnesium. Van de magnesiumsticks had ik er een paar extra bijgestoken. Nog voor de eerste Amstelhof-loper zich meldde had ik met zo’n stick eerste hulp verleend aan een loper die de hamstrings krampvrij probeerde te strekken. Goed voorbereid als ze zijn kon ik bij de Amstelhof-delegatie slechts één stick kwijt. De rest van de voorraad is derhalve gesleten aan onbekende krampgevallen. Jammer dat ik niet weet of het soelaas heeft geboden, maar ik vrees ervoor als de kramp eenmaal heeft toegeslagen.

 

Via de app van de organisatie is goed te volgen wanneer de collega’s zich gaan aandienen en in welke volgorde. Rob is de eerste die voorbij zal komen. In afwachting van hem observeer ik de verschillende loopstijlen en bijzonderheden. Zo leer ik dat er heel verschillende geluiden te maken zijn bij het ledigen van de maag via de slokdarm. Een jongedame die nog een vinger gebruikt om een en ander op gang te brengen maakt, terwijl ze op een meter afstand staat, totaal geen geluid. De heer die aan de overzijde van de weg zich voorover buigt heeft geen hulpmiddelen nodig om te starten. Stoppen is moeilijker zo te horen en te zien. Geluidloos is het zeker niet. Het geluid is moeilijk te beschrijven, maar het lijkt nog het meest op dat van een varken dat met lichte dwang gemaand wordt om elders te gaan staan. Ik ben al lang blij dat geen van deze lopers echt omtuimelt, want dan moet ik nog echt in actie komen als EHBO’er. En met deze beelden is dat geen aantrekkelijk vooruitzicht.

De app maakt het goed mogelijk om mijn logistiek te plannen. Stukje meerennen met Rob, kijken wat hij nodig heeft. Dan tijd om vers water uit de rugzak te pakken en Ronald op te wachten. En dan weer tijd om twee flessen, twee gels, twee sticks te pakken, want Ton en Robert lopen gelijk op.

 

Rob gaat schuil in de grote groep die bij de pacers met eindtijd 4 uur lopen. Het is dat hij me aanspreekt anders had ik hem gemist. Hij geeft aan niets nodig te hebben en is er weer vandoor. Zag er nog soepel uit. Lekkere verzorger ben ik, herkent z’n sporters niet. Gelukkig heb ik van de andere drie Facebook-posts gezien van het startnummer op het officiële event-shirt. Ik zoek dus witte shirts.

 

 

 

  

Ik kijk nog een keer op de app, en ontdek dat niet Ronald, maar Ton en Robert aanstaande zijn. Gooien ze m’n logistiek in de war! Snel m’n voorraad aanvullen voor twee afnemers. Daar is Ton! Alleen! Ik loop een stukje met ‘m op, en het is duidelijk dat de condities zwaar zijn. Ik vraag naar Robert, en die blijkt drie meter voor ons te lopen! In de oranje clubkleuren. Aan hem moet ik natuurlijk even kwijt dat ik daarnet een shirt zag met de tekst “Ik kan veel harder, maar vandaag kijk ik vogeltjes”. Een onderonsje, Robert heeft nog puf genoeg om er lachend op te reageren.

 

Ik stap weer uit om Ronald op te vangen. Hij zit niet zoveel verder. Meteen duidelijk dat hij er niet lekker bij loopt. Kramp! Vanaf kilometer 25. Ik loop met ‘m mee, en denk aan de feedback die Simone na Amsterdam gaf. “Fijn dat je op dat stuk bleef ouwehoeren, dat leidde tenminste af”. Nu heeft Ronald ook langs de kant voldoende afleiding want er staan hier veel bekenden. Voor hem een extra reden om niet uit de wedstrijd te stappen.

Bij de eerstvolgende drankpost lopen we plots naast Robert en Ton die een stuk wandelen. De drie zullen in elkaars buurt blijven. Tot aan kilometer 37 ren ik mee, letterlijk als waterdrager. Daar gaan ze de bocht om, op weg naar de Coolsingel.

 

Wat mij rest, is om de overgebleven hoeveelheid water te slijten. Onder andere aan Petrus die ik vanuit het Almeerse (her)ken. Ook al loopt ie hier met “Willem” op z’n borst. Petrus is één van de snellere lopers bij de wedstrijdjes in Almere, maar hier loopt ie ergens in de buurt van de mensen die er ruim vierenhalfuur over gaan doen. Petrus heeft alle tijd om uit te leggen hoe dat komt. Lekker op weg voelde hij een pijntje waarna hij besloot om op een terrasje wat te drinken en te eten. Toen het eigenlijk wel weer ging, vervolgens besloten om toch maar weer verder te lopen. En nu dus alle tijd voor een praatje.

 

De laatste bekende loper die voorbijkomt is een collega van het werk. Als ik zie dat hij even verderop gaat wandelen ren ik ‘m achteraan om te vragen of ie nog wat nodig heeft. Z’n antwoord is duidelijk; “ja, geen kramp in m’n linkerkuit, m’n rechterhamstring, en m’n beide liezen”. Dat worden nog zeven lange kilometers vrees ik.

 

Tegen de tijd dat ik m’n auto teruggevonden heb, is Rob binnen. Onder de vier uur. Ik betwijfel of ik ‘m dat vandaag nagedaan zou hebben. Ik heb er zo’n tien kilometer opzitten en dat voelt als behoorlijk veel.


meer lezen 0 Berichten

Dubbel vals

De eerste zondag in april wordt een schitterende voorjaarsdag in een heerlijk zonnetje. Voor het eerst in jaren reis ik naar Lelystad af om mee te doen aan de, what’s in a name, Wintercup van AV Spirit.

 

Voor vertrek eerst nog wat werk gedaan, en dat wordt me bijna fataal. Plots wordt de tijd tot het startschot krap. Ik heb sinds kort een proefsetje lenzen voor het sporten om verlost te worden van die bril die óf beslaat óf twintig keer schoongeveegd moet worden in de miezerregen. De tijd die het kost om de lenzen op hun plek te krijgen varieert echter nogal. Het is al gelukt in twee minuten. Maar vandaag kost het er twintig. (Ter mijner verdediging; wel één lens tweemaal geplaatst.)

 

Ik red het. Ik ben op tijd om in te schrijven, en zelfs om de valse start op de 2 kilometer-jeugdloop mee te maken. Op het tweede schot wil een handvol lopers stoppen, maar de meute is los en laat zich niet stoppen. Het komt vast goed meldt de speaker en de gezagsgetrouwe lopers die gestopt waren zetten dan maar aan om de groep in de eerste bocht te achterhalen.

De valse start van de jeugd sluit mijn rommelige aanloop af. Ik ben er klaar voor. Drie rondjes van vijf kilometer, deels over bos- en schelpenpaden. Op één wel heel pittig viaduct na, een volledig vlak parcours. De posities zijn redelijk snel ingenomen, en het lint rekt alleen steeds wat verder uit. Tot ik na vier kilometer word

  

bijgehaald en voorbijgelopen. Ik doe geen poging aan te haken, want dit zijn ongetwijfeld vijf-kilometer lopers. Ze kiezen op de atletiekbaan inderdaad de finishstraat. De gaten voor en achter me zijn na deze passage meteen flink groter. Een groepje waar ik steeds zo’n honderd meter achter hing is in de derde ronde ook niet meer te zien. Ik heb ze niet zien finishen, dus ze zijn misschien iets uitgelopen en steeds net de bocht om als ik ze in het vizier zou kunnen krijgen. Achter me is het gat in ronde drie ook zo’n vierhonderd meter. 

 

Ik heb geen idee hoeveel man er nog in wedstrijd is, en waar in het veld ik ergens lig. Het doet me denken aan de beelden van sporters die uitbundig vierend de streep passeren, om pas daarna te begrijpen dat vóór hen al een groepje binnen moet zijn gekomen. Het is rustig bij het clubhuis als ik de atletiekbaan opdraai. De speaker verwelkomt me met de melding “tweede loper op de 15 kilometer”. Echt? Dat had ik niet verwacht. Het klopt ook niet zie ik als later op de dag de uitslagen binnenrollen. Ik ben gewoon vijfde (van 14) geworden. Als je de uitslag uitsplitst naar leeftijdsgroepen dan zou ik tweede geworden zijn in de volgende groep, maar dit jaar doe ik nog gewoon bij de dertigers en veertigers mee. Laat in het jaar jarig. 

 

 

Helaas, met deze valse finish blijft het palmares dus steken op één overwinning. Voorlopig dan! 

 


meer lezen 0 Berichten

Lenteloop

Vandaag een last-minute beslissing om te starten op de 20 kilometer in de Lenteloop in Almere. Het weer is nog allesbehalve lente, en het idee van een snelle tijd laat ik al in de auto los, als ik zie hoe de collega-lopers die op de fiets naar de start-locatie komen, staand op de trappers tegen de wind opboksen. Wedstrijdje voor de kleine mannen; die pakken wat minder wind.

De stukken heuvelop tegen de wind in zullen inderdaad zwaar zijn. Ik behoud m’n positie in het veld dan wel, maar dat is ook omdat de concullega’s heerlijk uit de wind zitten in m’n rug. Dat bekent één van hen ook bij het afsluiten van de eerste van twee rondes. We zijn het eens dat de weersomstandigheden over het algemeen nog meevallen, met uitzondering van het stuk tussen 2 en 3 en van 5 naar 6 kilometer. De man is zelf ook niet de kleinste, maar grinnikend zegt ie heerlijk uit de wind gezeten te hebben. Tijd om een trucje uit te proberen dat ik wielrenners in zo’n geval zie doen. Ik ga helemaal op de kant lopen. Uit de wind past er niemand meer tussen mij en de berm. Het is óf een paslengte afstand houden, óf aan de andere kant van me gaan lopen maar dan ook zelf vol met je snufferd in de wind. Niet dat het veel uitmaakt hoor. Tegen de wind in de brug op na 12 kilometer kost de nodige krachten, en de uit-de-wind-zitter loopt na de brug langzaam bij me weg.

 

 

  

Grappig hoeveel je van zo’n parcours en wat eromheen gebeurt in je hoofd registreert. Als je me vorige week om details van dit parcours had

gevraagd, dan had ik weinig kunnen vertellen. Maar bij het terugzien springen details spontaan terug. Bij één van de haakse bochten in het parcours staan twee jongedames het verkeer te regelen. Deze twee stonden hier vorig jaar ook. Toen maakten ze erg veel vrolijk lawaai om op een paaltje te wijzen. “Vandaag geen paaltje?” roep ik ze toe. Lachend antwoorden ze dat ze die dit jaar niet hebben. Ik zou de dames niet kunnen beschrijven, en als ik ze vanmiddag in de stad opnieuw tegenkom herken ik ze niet. Maar ergens is het beeld en het moment dus wel opgeslagen.

 

Na 3,5 kilometer nog zo’n moment. Daar staat dit jaar een andere regelaar, maar vorig jaar stond hier iemand tegen het verkeershek die een leesboek had meegenomen. Nu besef ik me dat het vorig jaar dus ook niet helemaal droog was. Ik weet namelijk nog dat ik me bij ronde twee afvroeg hoe ze dat boek droog ging houden.

 

 

Wat zou ik me volgend jaar van deze editie herinneren? Dat er veel wind stond. En dat een versnelling naar het einde toe er niet inzat. Of dat ik me hier realiseerde toe te zijn aan nieuwe sportzooltjes. Ondanks alles, redelijk gelopen. Die kilometers zitten er weer in, en zullen later dit jaar vast ergens goed voor zijn.

 


meer lezen 0 Berichten

Return to Retiro

Sinds een aantal jaar brengt het werk me begin maart naar Madrid. Op dinsdag gedurende de dag heen, op woensdagavond terug. Het is één van de weinige bestemmingen waar de hardloopspullen in de handbagage meegaan. Slechts één nachtje dus is er plaats in de trolley, en ik weet dat het Retiro park in de buurt ligt.

Het Retiro park zou ik het Vondelpark van Madrid willen noemen. Een plaats waar veel mensen naar toekomen om te wandelen, te skaten en hard te lopen. Het ligt dichtbij het centrum van Madrid, waar ook het Prado te vinden is.

 

 

Dit jaar heb ik toch ook maar een hardloopjasje ingepakt. Vorig jaar bleek het namelijk nog te vriezen. De vroege ochtendrun heb ik toen ingewisseld voor een wandeling, en zelfs die was aan de frisse kant. In eerdere jaren was ik vaak de enige hardloper die in korte mouw en broek door het park rende terwijl de lokale lopers nog met muts en handschoenen naar buiten kwamen. Dit jaar dus voorbereid en daadwerkelijk een heerlijk rondje gelopen met twee collega’s. Nog een beetje fris, maar prima te doen. Eigenlijk beter dan later op de dag, waar jasje, dasje en winterjas de twintig graden nog warmer laten aanvoelen.

 

 

  

Het Retiro kent wat hoogteverschillen waarmee een soort van interval te bouwen is. Zo vroeg op de nuchtere maag zijn de hellingen redelijk pittig en lang, maar bij een ontspannen ochtendloopje hoort een soepele tred omhoog. Het is lekker malen zo voor het ontbijt. Opbrengst van de ronde; vol energie geladen voor de rest van de dag. De prijs; een korte nacht met nog een uurtje ingekort. Het is de prijs dubbel en dik waard. Op de komende reizen toch maar proberen of er nog ruimte te vinden is in de handbagage. Wie weet vinden we elders in Europa nog zo’n lekkere plek voor een ochtendboost!

 

Waarom zou Almere die plek eigenlijk niet kunnen zijn? Ga ik over nadenken…

 

 


meer lezen 0 Berichten

Het NK Cross

Het Nederlands kampioenschap cross wordt dit weekend in Amsterdam gehouden. En op zaterdagmiddag mochten de recreanten op het “echte” parcours hun wedstrijdje lopen. Nog net voor het donker werd, en net niet voor het ging regenen.

 

Naar ik begrijp wordt het NK twee jaar op rij gehouden op dit parcours dat grotendeels overeenkomt met de Phanos boscross zoals ik die vorig jaar liep. De afstand is wat korter doordat er slechts twee rondjes gedraaid worden, en de route is ook net iets anders uitgezet. Wat gebleven is zijn de modder, de grote plassen op het gras, en de beklimming van de heuvel. Per rondje driemaal omhoog. Met een totale lengte van 7,2 kilometer lijkt dat dus erg op de HeuvelChallenge waarbij over een lengte van 7 kilometer zeven keer de heuvel langs verschillende kanten bedwongen wordt.

De HeuvelChallenge volgt de paden van het Amsterdamse bos. Dat is bij de cross duidelijk anders. Met name het tweede deel van de ronde is slim opgebouwd. Daar zitten geen mogelijkheden meer in om de hartslag te laten zakken. Het orgelpunt begint met het opdraaien van het grasveld voor de laatste beklimming. Grote stukken vette modder afgewisseld met waterpartijen. De laatste waterpartij op het veld dwingt tot grote snelle passen. Onderaan de voet van de heuvel ligt vervolgens een nieuwe bak modder, zodat de hartslag nog voor de feitelijke

beklimming al maximaal is. De beklimming langs deze zijde gaat over een glibberig paadje tussen de bomen door. De loper voor me leert dat je hier ook goed moet opletten op verraderlijke boomwortels. De beklimming wordt naar de top toe steeds ietsjes scherper. Bijten dus tot de top. Bovengekomen is er geen tijd om te genieten van de luxe om met je spikes over het tapijt te mogen lopen. Het vervolg is meteen naar links de diepte in. Eigenlijk loop je hier niet naar beneden, maar laat je je vallen. Grote passen die steeds groter worden, en ondertussen corrigeren voor het glijden. Halverwege komt het gevoel van controle weer terug. Ongeveer daar waar een lange strook modder weer dwingt tot nauwkeurig kijken en ploeteren. Het veld wordt verlaten via een, opnieuw glad, paadje tussen de bomen door omhoog. Hier schuilt het gevaar zowel op de grond als op ooghoogte waar takken ontweken moeten worden. Aan het eind van dit paadje ligt de brug die terug naar de arena voert. Hier zou de hartslag weer wat kunnen zakken, maar dit is meteen de laatste vijfhonderd meter naar de finish. Niet inzakken dus, maar plaats behouden.

 

 

Lekker gelopen, en een mooie afsluiting van het winterseizoen. De lente komt er nu echt aan. Vandaag alweer in korte broek gestart. Voor je het weet heeft de zon weer een gekleurd randje op de enkels getekend. Sterker nog, ik meen dat ik vanmiddag het begin daar al van zag…


meer lezen 0 Berichten

Buitenhout

De laatste wedstrijd van het crosscup circuit voert ons naar Almere-Buiten, voor vier rondjes door het bos op een nieuw parcours. In principe is lekker uitlopen vandaag het devies, maar Michiel de Graaf brengt daar verandering in.

Michiel begroet me joviaal waarbij hij me als “z’n grootste concurrent” neerzet. Hij refereert aan de tussenstand in het circuit waar we dicht bij elkaar staan. En aan de voorgaande wedstrijden waar nu weer hij, dan weer ik aan het eind ervandoor gesneld ben. We zullen zien. Als ik bij hem in de buurt kan blijven dan zit er misschien nog wel een eindschot in om in ieder geval voor hem te eindigen. Maar ik heb eerder al gezien dat Michiel juist in het laatste stuk van een wedstrijd erg sterk voor de dag kan komen. Heeft ergens nog een extra vaatje brandstof lijkt het wel.

 

De vorst is inmiddels weer vertrokken, maar het is nog wel fris voor de start. Zeker als die op het laatste moment met tien minuten wordt uitgesteld omdat de voorgaande prijsuitreiking nog niet is afgerond.

 

Als het startschot eindelijk klinkt is Michiel vlot weg. Van aanhaken is geen sprake. Tot we bij de eerste modderige passage komen en ik vlak achter hem kom te lopen. Eénmaal voorbij de

modder zit er weer snel een klein gaatje in zijn voordeel, dat weer wordt ingelopen op een modderstrook. Ik zet een tandje bij om bij te blijven, en zo passeren we start-finish binnen dezelfde vierkante meter. Honderdvijftig meter 

 

  

voorbij de streep vraagt Michiel hoe het gaat, om nog tijdens mijn antwoord te versnellen. Een psychologisch trucje denk ik, om te laten merken dat er weinig te halen is vandaag. Ook in ronde twee valt het me wel op dat het gat steeds kleiner wordt op de moeilijke passages.

 

 

Ik pas m’n strategie aan en besluit te wachten tot de laatste ronde. Als ik daar nog redelijk dicht achter m’n opponent zit, dan waag ik m’n kans nog een keer.

 

In de laatste ronde haal ik Michiel bij op de voorlaatste modderstrook. Links na de bocht wacht de moeilijkste passage. Iedereen kiest daar voor de rechterkant. Daar zou ik kunnen gokken en links kiezen. Als we de bocht om zijn, dan zie ik dat links een stuk meer meters vraagt en er heel slecht bij ligt. Dan proberen we het hier op rechts gewoon door de net iets slechtere strook daar te nemen. Als ik uit Michiels kielzog naar links stap om in te halen zie ik fotograaf Evert Woutersen z’n lens richten. Of hij legt een fraaie inhaalactie vast, óf hij registreert hoe ik mezelf languit op m’n buik door het slijk haal. 

 

Het wordt het eerste! Michiel roept zodra ik hem voorbij ben “tot aan de streep”. Maar zelf ben ik er nog niet zo zeker van. Het is nog een kleine 700 meter, en die moet ik dan wel voor zien te blijven. Ik zal dus een tandje bij moeten steken. Bij de laatste rechterbocht kan ik een blik achterom werpen en zie dat het gat groot genoeg is. Ik vermoed dat hij zelfs heeft laten lopen. Missie geslaagd om voor Michiel te eindigen. In de eindstand van het circuit betekent het dat we ex aequo geëindigd zijn.

 


meer lezen 0 Berichten